Jachthonden zijn erg geliefd onder veel hondeneigenaren. Niet heel gek door hun eigenschappen. Ze zijn vaak vriendelijk en tolerant, bezitten een natuurlijke aanleg om met de baas te willen werken en zijn actief en intelligent. Dit geldt ook voor de Golden Retriever.
Een jachthond wordt met een natuurlijke aanleg geboren. Belangrijke eigenschappen die een hond van nature moet bezitten is een goed reukvermogen, markeren (zien waar het apport valt) en een bepaalde mate van zelfstandigheid om bij het apport te komen. Deze eigenschappen kunnen beter tot hun uiting komen wanneer ze hier in gestuurd worden. Op deze manier krijgt de hond de kans om zijn natuurlijke vermogens goed te ontwikkelen. Vaak mogen pups vanaf 8 weken deel nemen aan de puppyjachttrainingen en vanaf een maand of 6 aan de beginnerscursussen. Hierbij wordt de combinatie hond en baas begeleid in het helpen ontwikkelen en het sturen van de jachthond.
Later is het mogelijk voor de hond om werkproeven en wedstrijden te doen. Deze worden georganiseerd door de KNJV, de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging, en door sommige rasverenigingen. Tijdens de proeven is het mogelijk om verschillende diploma’s te behalen in de jacht. Dit kan handig zijn voor mensen die willen fokken of fokken met de hond of die het leuk vinden om wat gerichter bezig te zijn voor hun hond.
De verschillende diploma’s die te behalen zijn inclusief de onderdelen die voldaan moeten worden:
– C-diploma: het eerste diploma dat te halen valt is het C-diploma. Bij de C is het de bedoeling dat de hond de basis gehoorzaamheidsoefeningen (appél) kent en wat simpel apportwerk kan verrichten.
– B-diploma: het tweede diploma dat te behalen valt in de jacht is het B-diploma. Hierbij is het de bedoeling dat de jachthond alle gehoorzaamheidsoefeningen kan uitvoeren die bij het C-diploma verplicht zijn en drie verschillende apporten op een moeilijker niveau binnen kan halen.
– A-diploma: het laatste diploma dat te halen valt in de jacht is het A-diploma. Hierbij moet de hond alle eisen van het B en het C diploma beheersen en daarnaast moet de jachthond door middel van dirigeren (de hond op afstand sturen) en een sleep (geurspoor) het apport binnen halen.
Honden die een A of B diploma hebben behaald kunnen mee doen aan de Meervoudige Apport Proeven, beter bekend als de MAP. Bij de MAP worden oefeningen die niet gestandaardiseerd zijn en meer op de jacht in praktijk gericht zijn getest. Voor de Retrievers wordt het werk na het schot beoordeeld.
